Treurend eendje
Het blijft een wonderlijk fenomeen hoe een zintuigelijke ervaring herinneringen kan oproepen. Neem Marcel Proust en het madeleine-koekje bij de thee dat hem terugbracht in de verloren tijd. Zelf ben ik als ik karnemelkse pap ruik, meteen weer een vijfjarig meisje in een kindervakantiekolonie voor bleekneusjes aan zee. Maar ook via je oren kan zo’n effect blijkbaar optreden. Onlangs kregen we een geluidsfragment opgestuurd waarin een Finse collega van onze dirigent het lied On suuri sun rantas autius uitspreekt. Ik moest onmiddellijk denken aan een scène uit een film of serie waarin bij een stelletje de verliefdheid huizenhoog oplaait als hij voor haar in een onbekende taal een gedicht citeert. Hij kan het niet vaak genoeg herhalen. Ik weet werkelijk niet om welke film het gaat, vroeg het her en der en zelfs aan ChatGPT die niet verder kwam dan Lost in translation.
On suuri is een meerstemmig Fins vrouwenlied van Matti Hyökki dat overigens helemaal niet over een verliefd stelletje gaat, maar over een eendje aan de oevers van een meer dat haar moeder niet kan vinden. Als je luistert hoor je de melancholie, maar je hebt verder geen idee en je gedachten kunnen alle kanten uit. Op 10 juni kun je dat zelf ervaren tijdens ons concert Eesti laul op 10 juni om 15.30 uur in het Stadsklooster. En een bonus voor degene die weet om welke film of serie het gaat!
Het lied begint zo:
On suuri sun rantas autius, sitä sentään ikävöin:
Miten villisorsan valitus soi kaislikossa öin.
Je kust ziet er zo verlaten uit, maar toch mis ik haar:
Het geluid van een jammerende eend, ’s nachts in het riet.
(Uit het Engels vertaald door Lili Wolfs)
Liesbeth, 1-6-2023
Het blijft een wonderlijk fenomeen hoe een zintuigelijke ervaring herinneringen kan oproepen. Neem Marcel Proust en het madeleine-koekje bij de thee dat hem terugbracht in de verloren tijd. Zelf ben ik als ik karnemelkse pap ruik, meteen weer een vijfjarig meisje in een kindervakantiekolonie voor bleekneusjes aan zee. Maar ook via je oren kan zo’n effect blijkbaar optreden. Onlangs kregen we een geluidsfragment opgestuurd waarin een Finse collega van onze dirigent het lied On suuri sun rantas autius uitspreekt. Ik moest onmiddellijk denken aan een scène uit een film of serie waarin bij een stelletje de verliefdheid huizenhoog oplaait als hij voor haar in een onbekende taal een gedicht citeert. Hij kan het niet vaak genoeg herhalen. Ik weet werkelijk niet om welke film het gaat, vroeg het her en der en zelfs aan ChatGPT die niet verder kwam dan Lost in translation.
On suuri is een meerstemmig Fins vrouwenlied van Matti Hyökki dat overigens helemaal niet over een verliefd stelletje gaat, maar over een eendje aan de oevers van een meer dat haar moeder niet kan vinden. Als je luistert hoor je de melancholie, maar je hebt verder geen idee en je gedachten kunnen alle kanten uit. Op 10 juni kun je dat zelf ervaren tijdens ons concert Eesti laul op 10 juni om 15.30 uur in het Stadsklooster. En een bonus voor degene die weet om welke film of serie het gaat!
Het lied begint zo:
On suuri sun rantas autius, sitä sentään ikävöin:
Miten villisorsan valitus soi kaislikossa öin.
Je kust ziet er zo verlaten uit, maar toch mis ik haar:
Het geluid van een jammerende eend, ’s nachts in het riet.
(Uit het Engels vertaald door Lili Wolfs)
Liesbeth, 1-6-2023
Spreekkoor
Op mijn middelbare school, lang geleden, leerden we in de muziekles te ontdekken in welke maat een muziekstuk was geschreven. Netjes op de eerste tel van de maat klappen ging ons goed af. Maar tegen de tel klappen? Dat lukte alleen Els waarmee ze flink in onze achting steeg.
Nu voeren we een woordenspel* uit, waarbij we dan weer op en dan weer net na de tel een tekst uitspreken die het midden houdt tussen absurdistisch en diepzinnig. Je kunt niet zeggen dat de stemgroepen elkaar behoorlijk van de wijs brengen - want we roepen of fluisteren alleen maar - maar in de war zeker.
Welk hersengebied we hiermee activeren, weet ik niet, maar professor Scherder zou tevreden zijn.
* Ludus verbalis van Einojuhani Rautavaara
Liesbeth, 12-4-2023
Op mijn middelbare school, lang geleden, leerden we in de muziekles te ontdekken in welke maat een muziekstuk was geschreven. Netjes op de eerste tel van de maat klappen ging ons goed af. Maar tegen de tel klappen? Dat lukte alleen Els waarmee ze flink in onze achting steeg.
Nu voeren we een woordenspel* uit, waarbij we dan weer op en dan weer net na de tel een tekst uitspreken die het midden houdt tussen absurdistisch en diepzinnig. Je kunt niet zeggen dat de stemgroepen elkaar behoorlijk van de wijs brengen - want we roepen of fluisteren alleen maar - maar in de war zeker.
Welk hersengebied we hiermee activeren, weet ik niet, maar professor Scherder zou tevreden zijn.
* Ludus verbalis van Einojuhani Rautavaara
Liesbeth, 12-4-2023
Tintinnabuli
Bij Baltische muziek denk ik aan zen. Neem nu het lied Da pacem Domine van Arvo Pärt. Hij noemt zijn nogal mystieke stijl Tintinnabuli, wat zoiets betekent als muziek die klinkt als klokken. Ik had er nog nooit van gehoord en heb geprobeerd er aan de hand van dit lied achter te komen. Na dit blog luister je misschien anders naar zijn muziek.
Da pacem Domine, Geef ons vrede Heer, is geschreven in een trage vierkwartsmaat. We beginnen ieder te zingen op onze eigen vaste plek in de maat: de alten en bassen steeds op de eerste tel. Zij houden hun toon bijna vier tellen aan. De sopranen zijn veroordeeld tot de derde en de tenoren tot de vierde tel. Hun toon duurt tweeëneenhalve tel. Dit ritme herhaalt zich voortdurend en is op zich al heel zen. Af en toe wordt het even losgelaten. De muziek komt dan tot rust, waarna iedereen weer verdergaat in het vaste stramien.
Omdat het tempo zo langzaam is, kun je heel goed de samenklanken (of akkoorden) horen die we zingen. De drie tonen van het akkoord waarop de hele compositie is gebaseerd, hoor je door het hele lied heen. Zou saai zijn misschien, maar we zingen ook tonen die er niet in thuishoren. Terwijl het ene akkoord nog klinkt, hoor je het andere ontstaan. Je zou het je zo kunnen voorstellen: twee kerktorens die naast elkaar staan te beieren met verschillende soorten klokken en die bovendien niet met elkaar in de pas lopen.
Pärt zegt er zelf over: “Tintinnabuli is een gebied waar ik soms naartoe dwaal als ik op zoek ben naar antwoorden - in mijn leven, mijn muziek en mijn werk. In mijn donkere uren voel ik sterk dat buiten dit, niets van belang is. (…) De drie noten van een samenklank klinken als klokken en daarom noem ik het Tintinnabuli.”
Als het je gelukt is tot hier te lezen, luister dan eens naar deze opname. Zen, mindful en mystiek!
Liesbeth, 12-4-2023
Bij Baltische muziek denk ik aan zen. Neem nu het lied Da pacem Domine van Arvo Pärt. Hij noemt zijn nogal mystieke stijl Tintinnabuli, wat zoiets betekent als muziek die klinkt als klokken. Ik had er nog nooit van gehoord en heb geprobeerd er aan de hand van dit lied achter te komen. Na dit blog luister je misschien anders naar zijn muziek.
Da pacem Domine, Geef ons vrede Heer, is geschreven in een trage vierkwartsmaat. We beginnen ieder te zingen op onze eigen vaste plek in de maat: de alten en bassen steeds op de eerste tel. Zij houden hun toon bijna vier tellen aan. De sopranen zijn veroordeeld tot de derde en de tenoren tot de vierde tel. Hun toon duurt tweeëneenhalve tel. Dit ritme herhaalt zich voortdurend en is op zich al heel zen. Af en toe wordt het even losgelaten. De muziek komt dan tot rust, waarna iedereen weer verdergaat in het vaste stramien.
Omdat het tempo zo langzaam is, kun je heel goed de samenklanken (of akkoorden) horen die we zingen. De drie tonen van het akkoord waarop de hele compositie is gebaseerd, hoor je door het hele lied heen. Zou saai zijn misschien, maar we zingen ook tonen die er niet in thuishoren. Terwijl het ene akkoord nog klinkt, hoor je het andere ontstaan. Je zou het je zo kunnen voorstellen: twee kerktorens die naast elkaar staan te beieren met verschillende soorten klokken en die bovendien niet met elkaar in de pas lopen.
Pärt zegt er zelf over: “Tintinnabuli is een gebied waar ik soms naartoe dwaal als ik op zoek ben naar antwoorden - in mijn leven, mijn muziek en mijn werk. In mijn donkere uren voel ik sterk dat buiten dit, niets van belang is. (…) De drie noten van een samenklank klinken als klokken en daarom noem ik het Tintinnabuli.”
Als het je gelukt is tot hier te lezen, luister dan eens naar deze opname. Zen, mindful en mystiek!
Liesbeth, 12-4-2023
Koe-nas-sie-ie
Koe-nas-sie-ie, koe-doe kò-dò zingen de sopranen. Is Hester, onze dirigent, bezig met een tongbreker? Alten, tenoren en bassen zingen tegelijkertijd ritmisch èjè, èjè. Stemvorming misschien? De afbeelding hierboven verraadt al dat het hier om een (traditioneel) slaapliedje gaat. Dit lied komt uit het Oost-Estse Räpina. Gelukkig hebben we Little miss Squirrel, een allerschattigst Ests meisje dat in haar videoblog haar taal onderwijst. De vier Estse slaapliederen van Veljo Tormis horen bij ons nieuwe programma met liederen uit de Baltische landen. Zaterdag 10 juni is het concert.
Overigens is de kans heel groot dat je het liedje had herkend als slaapliedje. In 2019 publiceerde een groep Amerikaanse onderzoekers een analyse van duizenden volksliedjes zoals slaapliedjes en liefdesliedjes, uit 315 verschillende culturen. Daarnaast vroegen ze bijna 30.000 mensen om naar deze liedjes te luisteren. Het blijkt dat bijvoorbeeld Iemand uit Zaïre een slaapliedje van de Inuit herkent en andersom. Blijkbaar hoef je de cultuur en muziek niet te kennen om toch te kunnen zeggen waarvoor de muziek wordt gebruikt, zegt Henkjan Honing, hoogleraar muziekcognitie over dit onderzoek. Als voorbeeld noemt hij Slaap, kindje slaap. Je voelt zowel een tweedelige als een driedelige maat. Daardoor ontstaat een soort schommelende, geruststellende cadans die typerend is voor slaapliedjes over de hele wereld. Volgens Honing zorgt een ‘biologische aanleg’ voor muziek in onze hersenen ervoor dat mensen muziek op dezelfde manier maken en beleven.
Het ritueel van slaapliedjes zingen is universeel: wees maar niet bang om in slaap te vallen, ik ben bij je en straks als je wakker wordt ook nog. Het vermindert stress en ook dat is wetenschappelijk aangetoond. Zowel bij de baby als de zanger verlaagt dit het niveau van stresshormonen in de hersenen.
En wat het met de toeschouwer doet, kunt u zelf ervaren op 10 juni.
Liesbeth, 25-2-2023
Koe-nas-sie-ie, koe-doe kò-dò zingen de sopranen. Is Hester, onze dirigent, bezig met een tongbreker? Alten, tenoren en bassen zingen tegelijkertijd ritmisch èjè, èjè. Stemvorming misschien? De afbeelding hierboven verraadt al dat het hier om een (traditioneel) slaapliedje gaat. Dit lied komt uit het Oost-Estse Räpina. Gelukkig hebben we Little miss Squirrel, een allerschattigst Ests meisje dat in haar videoblog haar taal onderwijst. De vier Estse slaapliederen van Veljo Tormis horen bij ons nieuwe programma met liederen uit de Baltische landen. Zaterdag 10 juni is het concert.
Overigens is de kans heel groot dat je het liedje had herkend als slaapliedje. In 2019 publiceerde een groep Amerikaanse onderzoekers een analyse van duizenden volksliedjes zoals slaapliedjes en liefdesliedjes, uit 315 verschillende culturen. Daarnaast vroegen ze bijna 30.000 mensen om naar deze liedjes te luisteren. Het blijkt dat bijvoorbeeld Iemand uit Zaïre een slaapliedje van de Inuit herkent en andersom. Blijkbaar hoef je de cultuur en muziek niet te kennen om toch te kunnen zeggen waarvoor de muziek wordt gebruikt, zegt Henkjan Honing, hoogleraar muziekcognitie over dit onderzoek. Als voorbeeld noemt hij Slaap, kindje slaap. Je voelt zowel een tweedelige als een driedelige maat. Daardoor ontstaat een soort schommelende, geruststellende cadans die typerend is voor slaapliedjes over de hele wereld. Volgens Honing zorgt een ‘biologische aanleg’ voor muziek in onze hersenen ervoor dat mensen muziek op dezelfde manier maken en beleven.
Het ritueel van slaapliedjes zingen is universeel: wees maar niet bang om in slaap te vallen, ik ben bij je en straks als je wakker wordt ook nog. Het vermindert stress en ook dat is wetenschappelijk aangetoond. Zowel bij de baby als de zanger verlaagt dit het niveau van stresshormonen in de hersenen.
En wat het met de toeschouwer doet, kunt u zelf ervaren op 10 juni.
Liesbeth, 25-2-2023
Jubelswing
Daar staat ze…
Swingend voor een klein barokorkest en een koor van rond de zestig pubers en kinderen en zo’n vijftien mannen. Met een witte tuniek met vleermuismouwen over een rode pij. De mis van Zelenka is begonnen en daarmee het meesterstuk van onze dirigent Hester Westra. De luisteraars worden meegevoerd met deze barokke mis. Het klinkt vaak levendig met stemmen die over elkaar heen duikelen (houd dan iedereen maar eens op het rechte pad!) soms ook bedachtzaam en melancholiek en met mooie solo’s. Prachtig zingen de drie sopranen van het Kathedrale Koor unisono Qui tollis peccata mundi. En heel mooi klinkt ook het Benedictus uit de nog niet zo geoefende keeltjes van de kinderen van de Koorschool. Heel moeilijk, zegt een meisje na afloop, we moesten echt heel lang oefenen. Op de vraag, hoe lang dan, verzucht ze: wel een week!
Na afloop beraadt zich de examencommissie. Een paar meisjes zingen nog een stukje terwijl één van hen alvast oefent als dirigent. Een muziekdocent van de Kathedrale Koorschool verzucht bij de theetafel dat hij nog nooit zoveel tranen heeft gelaten bij een uitvoering van zijn leerlingen. Niemand twijfelt aan de goede afloop van Hesters masterexamen. De commissie overlaadt haar met complimenten: een aanwinst voor de beroepsgroep en dat ze nu de kinderen van de koorschool, de zangers van de toekomst, gaat dirigeren kunnen ze met een gerust hart aan haar overlaten.
Kamerkoor Sforzato feliciteert Hester met haar master koordirectie en prijst zich gelukkig met haar als dirigent.
Liesbeth, Culemborg, 1 juli 2022
Swingend voor een klein barokorkest en een koor van rond de zestig pubers en kinderen en zo’n vijftien mannen. Met een witte tuniek met vleermuismouwen over een rode pij. De mis van Zelenka is begonnen en daarmee het meesterstuk van onze dirigent Hester Westra. De luisteraars worden meegevoerd met deze barokke mis. Het klinkt vaak levendig met stemmen die over elkaar heen duikelen (houd dan iedereen maar eens op het rechte pad!) soms ook bedachtzaam en melancholiek en met mooie solo’s. Prachtig zingen de drie sopranen van het Kathedrale Koor unisono Qui tollis peccata mundi. En heel mooi klinkt ook het Benedictus uit de nog niet zo geoefende keeltjes van de kinderen van de Koorschool. Heel moeilijk, zegt een meisje na afloop, we moesten echt heel lang oefenen. Op de vraag, hoe lang dan, verzucht ze: wel een week!
Na afloop beraadt zich de examencommissie. Een paar meisjes zingen nog een stukje terwijl één van hen alvast oefent als dirigent. Een muziekdocent van de Kathedrale Koorschool verzucht bij de theetafel dat hij nog nooit zoveel tranen heeft gelaten bij een uitvoering van zijn leerlingen. Niemand twijfelt aan de goede afloop van Hesters masterexamen. De commissie overlaadt haar met complimenten: een aanwinst voor de beroepsgroep en dat ze nu de kinderen van de koorschool, de zangers van de toekomst, gaat dirigeren kunnen ze met een gerust hart aan haar overlaten.
Kamerkoor Sforzato feliciteert Hester met haar master koordirectie en prijst zich gelukkig met haar als dirigent.
Liesbeth, Culemborg, 1 juli 2022
Ode aan het Bestuur
Als ik jullie opdracht de afgelopen twee jaar als bestuur in één beeld zou moeten vatten dan komt dat ongeveer hierop neer.
0,9 koorlid op 2,7 m2
In zigzagopstelling
Bij afdoende ventilatie
Vóór 8 uur 's avonds
Als het koorlid voor de rechterbanken de linker looproute volgt
En voor de linkerbanken de rechter looproute
Met uitzondering van de wc-route
Mét mondkapje (éénmalig gedragen),
op bij het lopen en af bij het zingen
En uiteraard met geheel gedesinfecteerd handen, bladmuziek, muziekstandaard etc.
.....
Kàn repeteren,
(Dat valt nog te bezien, misschien wel misschien niet)
Voor een concert dat uiteraard niet doorgaat
Met een dirigent die uiteindelijk toch vervangen zal worden door een nieuwe
op wie minimaal de kwalificatie 'fantastisch' van toepassing dient te zijn
Waarbij afscheid genomen zal worden van de scheidende dirigent
met warme woorden
En gepaste feestelijkheden tijdens een koorweekend
Dat naar verwachting op onverwachte momenten zal worden verschoven
dan wel ingekort
en geheel geherprogrammeerd.
Zulks met als doel om op luchtige en nonchalant ernstige wijze, het zangplezier voor een ieder te garanderen.
Zoiets? Ga er maar aan staan.
Het heeft bij ons, simpele koorleden, in ieder geval tot veel respect, bewondering en vooral ook dankbaarheid geleid.
Creativiteit, inzet, volharding
Zorgvuldigheid
Zo heb ik jullie ook leren kennen. Hartelijk en Zorgvuldig.
28 februari 1e keer meezingen
4 weken later totale lockdown.
De straten waren leeg, de ziekenhuizen vol en al snel durfde niemand meer te zingen.
En wat deed ons bestuur?
We hadden zoombijeenkomsten.
Ze deden een belronde om te horen hoe het met iedereen was.
En wat mensen graag zouden willen met het koor.
Ze luisterden en probeerden creatief en vooral héél flexibel te zijn.
Zoombijeenkomsten. Buiten repeteren.
We kregen online zanglessen van Sonja,
Er werden dappere pogingen gedaan om coronaproof een zomerborrel te organiseren. En nog een keer. En toen toch maar afgelasten.
En na de zomer weer gewoon repeteren....
Dachten we....
Mooi niet.
Ook geen koorweekend dus.
Wel een concert van professionals (dat mocht wel) als cadeautje en eindejaarsafsluiting in 2021.
Ik kon daar helaas niet bij zijn. Maar ik weet nog dat ik een tasje kreeg met bubbels en een potlood met een gummetje. Dat ontroerde me zo.
De zorg, de toewijding.
Die bleef. Ook in 2022.
Jullie kregen steeds meer handigheid in zoeken en doen wat wél kon.
En jullie bleven ons steeds meenemen, informeren, bevragen. Zorgvuldig .
Nooit een shortcut. Ook als lijkt dat de voorkeurskandidaat voor een nieuwe dirigent duidelijk is, tóch iedereen in alle rust de gelegenheid tot reageren geven.
En dat alles heeft tot 'nu' geleid.
Nu, dat is een koor dat nog samen is, zelfs gegroeid is.
Nu, dat is een koor dat ontzéttend veel zin heeft in een nieuwe start.
Met een fantastische nieuwe dirigent.
Nu, dat is een koor dat haar bestuur echt dankbaar is voor wat wij de afgelopen twee jaar van jullie hebben gekregen.
Ingeborg, 26 mrt 2022
0,9 koorlid op 2,7 m2
In zigzagopstelling
Bij afdoende ventilatie
Vóór 8 uur 's avonds
Als het koorlid voor de rechterbanken de linker looproute volgt
En voor de linkerbanken de rechter looproute
Met uitzondering van de wc-route
Mét mondkapje (éénmalig gedragen),
op bij het lopen en af bij het zingen
En uiteraard met geheel gedesinfecteerd handen, bladmuziek, muziekstandaard etc.
.....
Kàn repeteren,
(Dat valt nog te bezien, misschien wel misschien niet)
Voor een concert dat uiteraard niet doorgaat
Met een dirigent die uiteindelijk toch vervangen zal worden door een nieuwe
op wie minimaal de kwalificatie 'fantastisch' van toepassing dient te zijn
Waarbij afscheid genomen zal worden van de scheidende dirigent
met warme woorden
En gepaste feestelijkheden tijdens een koorweekend
Dat naar verwachting op onverwachte momenten zal worden verschoven
dan wel ingekort
en geheel geherprogrammeerd.
Zulks met als doel om op luchtige en nonchalant ernstige wijze, het zangplezier voor een ieder te garanderen.
Zoiets? Ga er maar aan staan.
Het heeft bij ons, simpele koorleden, in ieder geval tot veel respect, bewondering en vooral ook dankbaarheid geleid.
Creativiteit, inzet, volharding
Zorgvuldigheid
Zo heb ik jullie ook leren kennen. Hartelijk en Zorgvuldig.
28 februari 1e keer meezingen
4 weken later totale lockdown.
De straten waren leeg, de ziekenhuizen vol en al snel durfde niemand meer te zingen.
En wat deed ons bestuur?
We hadden zoombijeenkomsten.
Ze deden een belronde om te horen hoe het met iedereen was.
En wat mensen graag zouden willen met het koor.
Ze luisterden en probeerden creatief en vooral héél flexibel te zijn.
Zoombijeenkomsten. Buiten repeteren.
We kregen online zanglessen van Sonja,
Er werden dappere pogingen gedaan om coronaproof een zomerborrel te organiseren. En nog een keer. En toen toch maar afgelasten.
En na de zomer weer gewoon repeteren....
Dachten we....
Mooi niet.
Ook geen koorweekend dus.
Wel een concert van professionals (dat mocht wel) als cadeautje en eindejaarsafsluiting in 2021.
Ik kon daar helaas niet bij zijn. Maar ik weet nog dat ik een tasje kreeg met bubbels en een potlood met een gummetje. Dat ontroerde me zo.
De zorg, de toewijding.
Die bleef. Ook in 2022.
Jullie kregen steeds meer handigheid in zoeken en doen wat wél kon.
En jullie bleven ons steeds meenemen, informeren, bevragen. Zorgvuldig .
Nooit een shortcut. Ook als lijkt dat de voorkeurskandidaat voor een nieuwe dirigent duidelijk is, tóch iedereen in alle rust de gelegenheid tot reageren geven.
En dat alles heeft tot 'nu' geleid.
Nu, dat is een koor dat nog samen is, zelfs gegroeid is.
Nu, dat is een koor dat ontzéttend veel zin heeft in een nieuwe start.
Met een fantastische nieuwe dirigent.
Nu, dat is een koor dat haar bestuur echt dankbaar is voor wat wij de afgelopen twee jaar van jullie hebben gekregen.
Ingeborg, 26 mrt 2022
Picardië
Hij kwam weer eens voorbij: de picardische terts, en nog wel per abuis. Tijdens een repetitie zongen de alten hem in het slotakkoord van het in- en intreurige lied over de doodzieke König von Thule (van Robert Schumann). Dit lied staat in a-mineur, ook wel a kleine terts genoemd.
De alten eindigden echter gedreven wellicht door compassie met de koning, het lied hoopvol en optimistisch in A-majeur ofwel A grote terts. In plaats van de kleine terts (die in een mineurakkoord thuishoort) zongen ze een grote terts, wat van het mineur- een majeurakkoord maakt. Deze ‘opgehoogde’ terts noemt men de picardische terts. Helaas, het lied eindigt zwaar in mineur want aan het slot sluit de koning voorgoed zijn ogen.
Deze ‘vrolijke’ terts zong men al in de Renaissance, toen composities in mineur altijd in majeur werden afgesloten. Het deed de luisteraars anders pijn in de oren. Maar hoezo picardisch? Zeer waarschijnlijk naar Picardië, een streek in Frankrijk ten noorden van Normandië met Amiens als cultureel centrum.
Zelf deed Picardië me denken aan Arcadië. Het imaginaire en utopische landschap met herders en herderinnetjes, waar de liefde welig tiert. En laat nu onstilbare liefde het thema zijn van ons nieuwe concert op zaterdag 19 november 2022. Noteer alvast de datum!
Liesbeth, 22-6-2022
De alten eindigden echter gedreven wellicht door compassie met de koning, het lied hoopvol en optimistisch in A-majeur ofwel A grote terts. In plaats van de kleine terts (die in een mineurakkoord thuishoort) zongen ze een grote terts, wat van het mineur- een majeurakkoord maakt. Deze ‘opgehoogde’ terts noemt men de picardische terts. Helaas, het lied eindigt zwaar in mineur want aan het slot sluit de koning voorgoed zijn ogen.
Deze ‘vrolijke’ terts zong men al in de Renaissance, toen composities in mineur altijd in majeur werden afgesloten. Het deed de luisteraars anders pijn in de oren. Maar hoezo picardisch? Zeer waarschijnlijk naar Picardië, een streek in Frankrijk ten noorden van Normandië met Amiens als cultureel centrum.
Zelf deed Picardië me denken aan Arcadië. Het imaginaire en utopische landschap met herders en herderinnetjes, waar de liefde welig tiert. En laat nu onstilbare liefde het thema zijn van ons nieuwe concert op zaterdag 19 november 2022. Noteer alvast de datum!
Liesbeth, 22-6-2022
Babbelbox
Dit blog wilde ik eigenlijk introduceren met diepzinnige gedachten over missen en soorten van gemis. Over verdriet, melancholie, heimwee en berusting. Met Martin Bril's uitspraak ‘Je mist meer dan je meemaakt. Helemaal niet erg.’ Maar ik schrijf gewoon waar het mij omgaat: ik mis het koor.
Twintig jaar uit vrije wil iedere maandag twee uur lang samen zingen, is zo vertrouwd dat ik nauwelijks kan benoemen wat ik precies mis. Een ding is zeker, het vanzelfsprekende gebabbel, vooraf, stiekempjes als een andere stemgroep oefent, tijdens de thee en bij het glaasje wijn na afloop, dat mis ik. ‘Naar de kapper geweest? Ken je dat lied? Nieuwe schoenen? Doet de notenboom het in Frankrijk ook zo goed? Lekkere vakantie gehad? Nog steeds verkouden?’
Een babbelblog als excuus voor de twee stukjes die ik samen met Fokko schreef, die helemaal niet over muziek gaan. Wellicht zijn ze een inspiratie voor nog zomaar wat voor-de-vuist-weg-gebabbel? Babbelen als smeerolie voor het koor.
Twintig jaar uit vrije wil iedere maandag twee uur lang samen zingen, is zo vertrouwd dat ik nauwelijks kan benoemen wat ik precies mis. Een ding is zeker, het vanzelfsprekende gebabbel, vooraf, stiekempjes als een andere stemgroep oefent, tijdens de thee en bij het glaasje wijn na afloop, dat mis ik. ‘Naar de kapper geweest? Ken je dat lied? Nieuwe schoenen? Doet de notenboom het in Frankrijk ook zo goed? Lekkere vakantie gehad? Nog steeds verkouden?’
Een babbelblog als excuus voor de twee stukjes die ik samen met Fokko schreef, die helemaal niet over muziek gaan. Wellicht zijn ze een inspiratie voor nog zomaar wat voor-de-vuist-weg-gebabbel? Babbelen als smeerolie voor het koor.
Filmpje
In maart en april, toen de lockdown nog intelligent was en je nauwelijks de straat op durfde, veranderden we in huismussen. Eindelijk weer dagelijks de krant lezen, al je kleren in marie-kondo-rolletjes, buren voor je in de rij om boodschappen te doen, hart-onder-de-riem-videootjes doorsturen en als je dan nog tijd over had, je op je hobby storten.
Fokko, een van onze bassen, heeft een hobby, filmpjes maken. Hij vindt inspiratie in wat mooi en kunstig is, als het maar beweegt. En dan zit je thuis. Gelukkig was daar zijn lidcactus. Een oude plant, ooit gekregen ergens in het midden van de jaren zeventig, zomers op het balkon, 's winters in een koude kamer, onregelmatig water, zelden verpot, nooit een vriendelijk woord. Maar dan, als in het voorjaar de eerste knoppen verschijnen en even later de bloemen, dan krijgt hij aandacht, veel aandacht.
Fokko stuurde mij een filmpje op. Een timelaps waarin je de cactusbloem ziet opengaan en weer sluiten. Hier een link naar het filmpje: youtu.be/toRDnTizNAI. Ik dacht eerst dat het een truc was, zoals van die man die van de duikplank springt en in een vloeiende beweging vanuit het water er ook weer op. Want wie kijkt er nu goed naar een bloeiende lidcactus? Een bloem die opengaat en weer sluit om de volgende dag het ritueel te herhalen, had ik nog nooit met bewuste ogen gezien. Wel handig, je nectar en stuifmeel in de nacht afschermen tegen vleermuizen of ander nachtelijk gebroed en de volgende dag weer ter beschikking stellen aan kolibries die voor de bestuiving zorgen. ‘Handig’, zoiets mochten we vroeger zelfs niet denken als aankomende biologiestudenten. Alleen mensen zijn handig, aan planten of dieren mocht je zo’n eigenschap niet toekennen. Maar dat is weer een ander verhaal.
In maart en april, toen de lockdown nog intelligent was en je nauwelijks de straat op durfde, veranderden we in huismussen. Eindelijk weer dagelijks de krant lezen, al je kleren in marie-kondo-rolletjes, buren voor je in de rij om boodschappen te doen, hart-onder-de-riem-videootjes doorsturen en als je dan nog tijd over had, je op je hobby storten.
Fokko, een van onze bassen, heeft een hobby, filmpjes maken. Hij vindt inspiratie in wat mooi en kunstig is, als het maar beweegt. En dan zit je thuis. Gelukkig was daar zijn lidcactus. Een oude plant, ooit gekregen ergens in het midden van de jaren zeventig, zomers op het balkon, 's winters in een koude kamer, onregelmatig water, zelden verpot, nooit een vriendelijk woord. Maar dan, als in het voorjaar de eerste knoppen verschijnen en even later de bloemen, dan krijgt hij aandacht, veel aandacht.
Fokko stuurde mij een filmpje op. Een timelaps waarin je de cactusbloem ziet opengaan en weer sluiten. Hier een link naar het filmpje: youtu.be/toRDnTizNAI. Ik dacht eerst dat het een truc was, zoals van die man die van de duikplank springt en in een vloeiende beweging vanuit het water er ook weer op. Want wie kijkt er nu goed naar een bloeiende lidcactus? Een bloem die opengaat en weer sluit om de volgende dag het ritueel te herhalen, had ik nog nooit met bewuste ogen gezien. Wel handig, je nectar en stuifmeel in de nacht afschermen tegen vleermuizen of ander nachtelijk gebroed en de volgende dag weer ter beschikking stellen aan kolibries die voor de bestuiving zorgen. ‘Handig’, zoiets mochten we vroeger zelfs niet denken als aankomende biologiestudenten. Alleen mensen zijn handig, aan planten of dieren mocht je zo’n eigenschap niet toekennen. Maar dat is weer een ander verhaal.
Eeuwige roem
Een beetje zoekwerk naar de botanische naam van de lidcactus levert onvermoede informatie en dat vind ik weer grappig.
De lidcactus heet Schlumbergera. Het is een eponiem, net als bijvoorbeeld Fuchsia, en dus een woord dat verwijst naar een persoon. In Fuchsia leeft de naam voort van Leonhart Fuchs, een Duitse botanicus uit de zestiende eeuw. Hoe zit dat nu bij Schlumbergera? In 1858 werd de lidcactus beschreven door Charles Antoine Lemaire (1800-1871). Een botanicus die in cactussen was gespecialiseerd, en leefde van zijn werk als uitgever van wetenschappelijke tijdschriften. De keuze voor Schlumbergera lichtte hij toe met deze lofrede: ‘Wij hebben deze prachtige soort opgedragen aan een vooraanstaand amateur wiens weloverwogen en interessante artikelen over cactusbloemen de lezers van het tijdschrift Revue horticole zeker niet zijn vergeten.’ Zo kun je de eeuwigheid wel in.
Lemaire doelde op Frédéric Schlumberger (1823-1893) die in de omgeving van Rouen in Noord-Frankrijk woonde in een kasteel met de indrukwekkende naam: Château de la Haye des Authieux met een enorme verzameling cactussen. Schlumberger was telg van een vooraanstaande Franse familie uit Rouen. Zijn vader kwam oorspronkelijk uit de Elzas, vandaar de Duitsklinkende achternaam. Hij was getrouwd met de dochter van een textielfabrikant van calico (een soort katoen oorspronkelijk uit Calcutta) en had daarmee een fortuin verworven. Na zijn dood werd de productie overgenomen door anderen waardoor zoon Frédéric zich zonder geldzorgen kon wijden aan het verzamelen van cactussen, op weg naar eeuwige roem. Charles Antoine Lemaire echter leidde een armoedig en bescheiden leven en stierf zonder dat er ook maar een plant naar hem werd genoemd.
Liesbeth, 20-1-2021
Een beetje zoekwerk naar de botanische naam van de lidcactus levert onvermoede informatie en dat vind ik weer grappig.
De lidcactus heet Schlumbergera. Het is een eponiem, net als bijvoorbeeld Fuchsia, en dus een woord dat verwijst naar een persoon. In Fuchsia leeft de naam voort van Leonhart Fuchs, een Duitse botanicus uit de zestiende eeuw. Hoe zit dat nu bij Schlumbergera? In 1858 werd de lidcactus beschreven door Charles Antoine Lemaire (1800-1871). Een botanicus die in cactussen was gespecialiseerd, en leefde van zijn werk als uitgever van wetenschappelijke tijdschriften. De keuze voor Schlumbergera lichtte hij toe met deze lofrede: ‘Wij hebben deze prachtige soort opgedragen aan een vooraanstaand amateur wiens weloverwogen en interessante artikelen over cactusbloemen de lezers van het tijdschrift Revue horticole zeker niet zijn vergeten.’ Zo kun je de eeuwigheid wel in.
Lemaire doelde op Frédéric Schlumberger (1823-1893) die in de omgeving van Rouen in Noord-Frankrijk woonde in een kasteel met de indrukwekkende naam: Château de la Haye des Authieux met een enorme verzameling cactussen. Schlumberger was telg van een vooraanstaande Franse familie uit Rouen. Zijn vader kwam oorspronkelijk uit de Elzas, vandaar de Duitsklinkende achternaam. Hij was getrouwd met de dochter van een textielfabrikant van calico (een soort katoen oorspronkelijk uit Calcutta) en had daarmee een fortuin verworven. Na zijn dood werd de productie overgenomen door anderen waardoor zoon Frédéric zich zonder geldzorgen kon wijden aan het verzamelen van cactussen, op weg naar eeuwige roem. Charles Antoine Lemaire echter leidde een armoedig en bescheiden leven en stierf zonder dat er ook maar een plant naar hem werd genoemd.
Liesbeth, 20-1-2021
Een, twee in de maat...
Componisten uit de Renaissance en vroege Barok schreven muziekstukken waarbij ze, wat wij nu de ‘maat’ noemen, varieerden om zo hun muziek te verlevendigen. Voor muzikanten en zangers uit die tijd was dat appeltje, eitje om uit te voeren. Later in de Barok stapte men hiervan af en componeerde men suites of sonates met verschillende delen, die ieder hun eigen maatsoort hadden.
Zo’n ‘maatwisseling’ kun je je simpelweg zo voorstellen. Een koor loopt keurig in de maat (een, twee, in de maat, anders wordt de meester kwaad …). Dan opeens krijgt iedereen een onbedwingbare lust om eventjes te huppelen (drie kleine kleutertjes, die zaten op een hek ...). De meester ondertussen, loopt keurig door in het oude tempo en even later heeft hij iedereen weer in het gareel: een, twee, in de maat.
Tijdens ons concert kun je zo’n maatwisseling horen in een psalm van Sweelinck (1562 - 1621). Hij is een van Nederlands beroemdste en belangrijkste componisten. In het Frans zingen we Psalm 121, ‘Ik sla mijn ogen op en kijk naar de hoge bergen’: Vers les monts j’ai levé mes yeux. Vrijwel de hele psalm zingen we in vieren. Alleen bij de tekst Le secours qu’il me faut, ‘de hulp die ik nodig heb’, springen we eventjes uit de band en zingen we huppelend verder, tot de meester ons weer in het gareel krijgt en we netjes verder gaan.
Zo’n ‘maatwisseling’ kun je je simpelweg zo voorstellen. Een koor loopt keurig in de maat (een, twee, in de maat, anders wordt de meester kwaad …). Dan opeens krijgt iedereen een onbedwingbare lust om eventjes te huppelen (drie kleine kleutertjes, die zaten op een hek ...). De meester ondertussen, loopt keurig door in het oude tempo en even later heeft hij iedereen weer in het gareel: een, twee, in de maat.
Tijdens ons concert kun je zo’n maatwisseling horen in een psalm van Sweelinck (1562 - 1621). Hij is een van Nederlands beroemdste en belangrijkste componisten. In het Frans zingen we Psalm 121, ‘Ik sla mijn ogen op en kijk naar de hoge bergen’: Vers les monts j’ai levé mes yeux. Vrijwel de hele psalm zingen we in vieren. Alleen bij de tekst Le secours qu’il me faut, ‘de hulp die ik nodig heb’, springen we eventjes uit de band en zingen we huppelend verder, tot de meester ons weer in het gareel krijgt en we netjes verder gaan.
Psalm 121 zingen we ook in de versie van Daan Manneke, een Nederlandse componist die onlangs tachtig jaar werd. Hij laat zich graag inspireren door de muziek uit de Renaissance. In zijn lied wemelt het van de maatwisselingen. We zingen 2, 3, 4, 5, 7, 8, 9, 10 en zelfs 12 tellen of telletjes in de maat. En onze meester maar zwaaien om ons in het gareel te houden!
Kom kijken en luisteren naar ons concert Hier en daar op 26 januari 2020 om 14.30 uur in de Lutherse Kerk in Utrecht. Daar hoort u niet alleen componisten van hier, zoals Sweelinck en Manneke, maar ook van daar, zoals de Rus Sjostakovitsj en de Noren Nystedt en Gjeilo.
Liesbeth, 16-10-2019
Kom kijken en luisteren naar ons concert Hier en daar op 26 januari 2020 om 14.30 uur in de Lutherse Kerk in Utrecht. Daar hoort u niet alleen componisten van hier, zoals Sweelinck en Manneke, maar ook van daar, zoals de Rus Sjostakovitsj en de Noren Nystedt en Gjeilo.
Liesbeth, 16-10-2019
Sterven en beminnen
Struinend op het wereldwijde web vind je soms de meest intrigerende teksten. Zo stuitte ik op de website van een Italiaanse musicoloog die een concert van The King’s Singers in zijn woonplaats aankondigt. Ze zouden er madrigalen en chansons uit de Renaissance en Barok zingen. Behalve een ode aan de zangers, die hij I canti star (de sterzingers) noemt, schrijft hij ook over hun programma.
“Madrigalen gaan net als de gedichten van Petrarca meestal maar over één onderwerp: de liefde. De onbeantwoorde liefde, het afscheid van een geliefde, en liefde en dood.” Verbaast me niets, want alle drie staan ze garant voor veel drama, vooral liefhebben en sterven. Hoewel… “In deze tijd had het woord morire, sterven, een dubbelzinnige betekenis. Enerzijds stond het voor doodgaan, anderzijds voor het ultieme genot van de liefde. Geen wonder dat er in gedichten uit die tijd zo vaak en met zoveel lust werd gestorven.” Aldus onze musicoloog.
Di mille mort' il di sarei contento, zingt Sforzato tijdens het concert 'Of birds and bees'. Het is de slotregel van het bekende madrigaal Il bianco e dolce cigno van Jacob Arcadelt. ‘Als ik per dag duizend doden sterf, zou ik gelukkig zijn!’ Wie niet?
Liesbeth, 28-11-2018
“Madrigalen gaan net als de gedichten van Petrarca meestal maar over één onderwerp: de liefde. De onbeantwoorde liefde, het afscheid van een geliefde, en liefde en dood.” Verbaast me niets, want alle drie staan ze garant voor veel drama, vooral liefhebben en sterven. Hoewel… “In deze tijd had het woord morire, sterven, een dubbelzinnige betekenis. Enerzijds stond het voor doodgaan, anderzijds voor het ultieme genot van de liefde. Geen wonder dat er in gedichten uit die tijd zo vaak en met zoveel lust werd gestorven.” Aldus onze musicoloog.
Di mille mort' il di sarei contento, zingt Sforzato tijdens het concert 'Of birds and bees'. Het is de slotregel van het bekende madrigaal Il bianco e dolce cigno van Jacob Arcadelt. ‘Als ik per dag duizend doden sterf, zou ik gelukkig zijn!’ Wie niet?
Liesbeth, 28-11-2018
Boom
Al die jaren dat ik op maandagavond naar het bovenzaaltje in de Nieuwe Kerk liep voor onze repetitie, ben ik zomaar aan je voorbijgelopen. Gehaast om op tijd te komen of met mijn hoofd bij een lastig lied dat we gingen oefenen. Misschien is het een excuus dat je het grootste deel van het jaar niet erg opvalt. En mogelijk kwam het door die uitzonderlijk mooie en warme zomer dat ik uiteindelijk niet om je heen kon.
Stomverbaasd was ik dus, de eerste repetitie na de zomervakantie, om zo’n schitterende kleine boom te zien vol met lampionachtige vruchten in grote trossen. Mooi belicht door de late avondzon en pal voor de kerk. Ik kende je niet en moest je determineren in mijn bomenboek. Koelreuteria paniculata, in het Nederlands de koelruit, blaasjesboom of lampionboom. Je bent rond 1750 vanuit Oost-Azië naar Europa gehaald door de Franse missionaris Pierre d'Incarville, die zaden stuurde naar Parijs en Sint-Petersburg. In de oranjerie van de Academietuin van Sint-Petersburg bloeide je voor het eerst na twintig jaar, in 1771. Vervolgens kreeg je de wetenschappelijke naam Koelreuteria, naar de Duitse botanicus Joseph Koelreuter.
In de zomer, juist als we niét repeteren, bloei je met overdadige gele trossen en ben je een fantastische bijenplant. Bijen, bloemen, bomen… laten dat nu net de hoofdrolspelers zijn van ons komende concertprogramma!
Liesbeth, 26-9-2018
Stomverbaasd was ik dus, de eerste repetitie na de zomervakantie, om zo’n schitterende kleine boom te zien vol met lampionachtige vruchten in grote trossen. Mooi belicht door de late avondzon en pal voor de kerk. Ik kende je niet en moest je determineren in mijn bomenboek. Koelreuteria paniculata, in het Nederlands de koelruit, blaasjesboom of lampionboom. Je bent rond 1750 vanuit Oost-Azië naar Europa gehaald door de Franse missionaris Pierre d'Incarville, die zaden stuurde naar Parijs en Sint-Petersburg. In de oranjerie van de Academietuin van Sint-Petersburg bloeide je voor het eerst na twintig jaar, in 1771. Vervolgens kreeg je de wetenschappelijke naam Koelreuteria, naar de Duitse botanicus Joseph Koelreuter.
In de zomer, juist als we niét repeteren, bloei je met overdadige gele trossen en ben je een fantastische bijenplant. Bijen, bloemen, bomen… laten dat nu net de hoofdrolspelers zijn van ons komende concertprogramma!
Liesbeth, 26-9-2018
Dynamiek
10/1/2018
Bij muziek en dus ook bij koorzang speelt onder andere dynamiek een rol – bij sommige stijlperiodes, zoals de romantiek waarin veel emoties en emotiewisselingen moeten worden uitgebeeld, wat meer en bij andere wat minder. Maar een koor kent nog een andere vorm van dynamiek, en daar wilde ik het over hebben: groepsdynamiek, dus het geheel van interactie tussen de koorleden.
Een kamerkoor van ruim twintig leden is net een klein dorp. Iedereen kent iedereen en je bent eigenlijk allemaal min of meer elkaars buren, en sommigen zijn ook vrienden. Twee jaar geleden kwam ik als tot nu toe “jongste” lid bij Sforzato en in die periode is er ook maar één koorlid vertrokken. Dat was bij mijn vorige koor wel anders, daar wisselde per jaar zo'n twintig procent van de leden. Enige doorloop is wel gezond, maar als die heel sterk is bouw je niets met elkaar op, ook niet in muzikaal opzicht.
Toen ik bij Sforzato begon voelde ik me meteen welkom. De onderlinge sfeer was en is zeer open. Het duurde een hele tijd voordat ik hoorde dat ongeveer de helft van de koorleden er al vele jaren, zo niet decennia bij zat en de andere helft niet. Maar wie bij welke groep hoorde, daar kon ik door observatie niet achter komen. Er zijn geen subgroepen die met zichzelf bezig zijn. En dat is niet op te vatten als onverschilligheid – de koorleden leven met elkaar mee, sommige zingen ook buiten het koor om met elkaar en als er besluiten moeten worden genomen zijn er ook duidelijke meningen en meningsverschillen. Net als in een dorp.
De dynamiek in de muziekstukken zou weleens wat meer mogen zijn, zeker als een koor Sforzato heet. Maar met de groepsdynamiek zit het wel goed. Meer dan goed.
Herbert, 10-1-2018
Bij muziek en dus ook bij koorzang speelt onder andere dynamiek een rol – bij sommige stijlperiodes, zoals de romantiek waarin veel emoties en emotiewisselingen moeten worden uitgebeeld, wat meer en bij andere wat minder. Maar een koor kent nog een andere vorm van dynamiek, en daar wilde ik het over hebben: groepsdynamiek, dus het geheel van interactie tussen de koorleden.
Een kamerkoor van ruim twintig leden is net een klein dorp. Iedereen kent iedereen en je bent eigenlijk allemaal min of meer elkaars buren, en sommigen zijn ook vrienden. Twee jaar geleden kwam ik als tot nu toe “jongste” lid bij Sforzato en in die periode is er ook maar één koorlid vertrokken. Dat was bij mijn vorige koor wel anders, daar wisselde per jaar zo'n twintig procent van de leden. Enige doorloop is wel gezond, maar als die heel sterk is bouw je niets met elkaar op, ook niet in muzikaal opzicht.
Toen ik bij Sforzato begon voelde ik me meteen welkom. De onderlinge sfeer was en is zeer open. Het duurde een hele tijd voordat ik hoorde dat ongeveer de helft van de koorleden er al vele jaren, zo niet decennia bij zat en de andere helft niet. Maar wie bij welke groep hoorde, daar kon ik door observatie niet achter komen. Er zijn geen subgroepen die met zichzelf bezig zijn. En dat is niet op te vatten als onverschilligheid – de koorleden leven met elkaar mee, sommige zingen ook buiten het koor om met elkaar en als er besluiten moeten worden genomen zijn er ook duidelijke meningen en meningsverschillen. Net als in een dorp.
De dynamiek in de muziekstukken zou weleens wat meer mogen zijn, zeker als een koor Sforzato heet. Maar met de groepsdynamiek zit het wel goed. Meer dan goed.
Herbert, 10-1-2018
'Sforzato', wat is dat eigenlijk?
Dertig jaar geleden, in 1985, richtte Co van Doesburg een koortje op voor de cursus koordirectie die hij volgde. Het bestond uit een groep vrienden die nog terecht kon in Co’s souterrain. Maar ja, de vrienden wilden graag een officieel koor worden en dat betekende een gang naar de notaris. Met het passeren van de statuten op 15 mei 1990 lag na flinke ‘kritiese diskussies’ de naam van het koor vast: Kamerkoor Sforzato.
Met de ‘sf’ aan het begin en de ‘z’ in het midden bekt Sforzato bepaald niet gemakkelijk. Bovendien, wat wil ‘sforzato’ eigenlijk zeggen? Het is een muziekterm, afgeleid van het Italiaanse sforzare, en betekent versterkt: een noot of akkoord moet plotseling versterkt of geaccentueerd worden. In een koorstuk krijgt het woord of de lettergreep waarboven het teken staat net even wat extra energie. Dit dynamische teken wordt aangegeven met sfz. Maar je vindt daarnaast ook de afkorting sf.
Om het nog ingewikkelder te maken bestaat er ook ‘sforzando’, letterlijk: versterkend. Sforzando wordt afgekort tot sf, maar ook hier zie je soms sfz. Bij sforzato gaat het om een moment van versterken, bij sforzando meer om het proces. Het is een heel subtiel verschil. Bovendien worden sforzato en sforzando ook nog eens door elkaar gebruikt. Kortom, zo eenvoudig is de naam Sforzato niet!
Of we als koor onze naam eer aandoen, kunt u komen beluisteren in ons lustrumconcert. Op het programma staat het Sanctus-Benedictus van Josep Vila. Vlak voor het afsluitende, jubelende ‘Osanna in excelsis’ staat een prachtig sfz. Alten, tenoren en bassen geven hier een extra impuls voordat het koor, heel zacht, aan de finale begint. Met een beetje geluk maken we het waar en hoort u Sforzato sforzato zingen.
Liesbeth, 10-9-2015
Met de ‘sf’ aan het begin en de ‘z’ in het midden bekt Sforzato bepaald niet gemakkelijk. Bovendien, wat wil ‘sforzato’ eigenlijk zeggen? Het is een muziekterm, afgeleid van het Italiaanse sforzare, en betekent versterkt: een noot of akkoord moet plotseling versterkt of geaccentueerd worden. In een koorstuk krijgt het woord of de lettergreep waarboven het teken staat net even wat extra energie. Dit dynamische teken wordt aangegeven met sfz. Maar je vindt daarnaast ook de afkorting sf.
Om het nog ingewikkelder te maken bestaat er ook ‘sforzando’, letterlijk: versterkend. Sforzando wordt afgekort tot sf, maar ook hier zie je soms sfz. Bij sforzato gaat het om een moment van versterken, bij sforzando meer om het proces. Het is een heel subtiel verschil. Bovendien worden sforzato en sforzando ook nog eens door elkaar gebruikt. Kortom, zo eenvoudig is de naam Sforzato niet!
Of we als koor onze naam eer aandoen, kunt u komen beluisteren in ons lustrumconcert. Op het programma staat het Sanctus-Benedictus van Josep Vila. Vlak voor het afsluitende, jubelende ‘Osanna in excelsis’ staat een prachtig sfz. Alten, tenoren en bassen geven hier een extra impuls voordat het koor, heel zacht, aan de finale begint. Met een beetje geluk maken we het waar en hoort u Sforzato sforzato zingen.
Liesbeth, 10-9-2015