
Een van de redenen waarom ik voor Sforzato ben gevallen is dat er zoveel mannen zijn. We mogen niet klagen: Sforzato heeft maar liefst zes bassen en drie tenoren. Of - met een bariton als wisselspeler – vijf bassen en vier tenoren. Er zijn koren die het met minder moeten doen. Met nog een tenor erbij is de bezetting van Sforzato helemaal perfect. Maar ja, hoe scoor je een tenor?
Onze wervingsactie op het wijkfeest in Wittevrouwen [foto] was ludiek, maar heeft vooralsnog geen nieuwe leden opgeleverd. We hadden een paar leuke gesprekken met buurtbewoners die zelf ook in een koor zongen, en ja, dat had een paar tenoren, maar daar waren ze erg zuinig op. Want tenoren zijn schaars. Ze kunnen zich bij opbod verkopen. De koorwereld klaagt er al jaren over: steeds minder mannen zingen, en als ze zingen, zingen ze liever bas.
Over de achtergronden van deze trend wordt druk gespeculeerd. Het muziekonderwijs zou onvoldoende zijn, waardoor stemmen niet of te laat worden gevormd. Nederlandse mannen zouden vaker een lage stem hebben omdat ze steeds langer worden. Zingen – emotie! – zou niet stroken met onze calvinistische volksaard. Het zou niet macho zijn. Dus als er dan per se gezongen moest worden, dan in godsnaam in een mannenkoor, als kerels onder elkaar.
Mannen, jullie weten niet wat jullie missen. Tenorpartijen zijn prachtig. Lyrisch en melodieus. Ze werken rechtstreeks op het gemoed. Bovendien is de tenorpartij in menig partituur de meest uitdagende. Je hebt er lef voor nodig. De tenor zingt er graag dwars doorheen. Vrij en eigenzinnig. Op het rebelse af.
Noem dat maar niet-macho.
[Irene van Hooren]
Onze wervingsactie op het wijkfeest in Wittevrouwen [foto] was ludiek, maar heeft vooralsnog geen nieuwe leden opgeleverd. We hadden een paar leuke gesprekken met buurtbewoners die zelf ook in een koor zongen, en ja, dat had een paar tenoren, maar daar waren ze erg zuinig op. Want tenoren zijn schaars. Ze kunnen zich bij opbod verkopen. De koorwereld klaagt er al jaren over: steeds minder mannen zingen, en als ze zingen, zingen ze liever bas.
Over de achtergronden van deze trend wordt druk gespeculeerd. Het muziekonderwijs zou onvoldoende zijn, waardoor stemmen niet of te laat worden gevormd. Nederlandse mannen zouden vaker een lage stem hebben omdat ze steeds langer worden. Zingen – emotie! – zou niet stroken met onze calvinistische volksaard. Het zou niet macho zijn. Dus als er dan per se gezongen moest worden, dan in godsnaam in een mannenkoor, als kerels onder elkaar.
Mannen, jullie weten niet wat jullie missen. Tenorpartijen zijn prachtig. Lyrisch en melodieus. Ze werken rechtstreeks op het gemoed. Bovendien is de tenorpartij in menig partituur de meest uitdagende. Je hebt er lef voor nodig. De tenor zingt er graag dwars doorheen. Vrij en eigenzinnig. Op het rebelse af.
Noem dat maar niet-macho.
[Irene van Hooren]