Zingen in Utrecht: kamerkoor Sforzato
  • Home
  • Koor
    • Activiteiten
    • Ervaringen van leden
    • Corona nieuws
  • Dirigent
  • Repetities
  • Meezingen
  • Concerten
    • Nimmersatte Liebe, 2022
    • the Larks 2022
    • Hier en daar 2020
    • Of birds and bees 2019
    • Afscheid 2018
  • Blog
  • Contact

Picardië

22/6/2022

0 Comments

 
Foto
Hij kwam weer eens voorbij: de picardische terts, en nog wel per abuis. Tijdens een repetitie zongen de alten hem in het slotakkoord van het in- en intreurige lied over de doodzieke König von Thule (van Robert Schumann). Dit lied staat in a-mineur, ook wel a kleine terts genoemd.
 
De alten eindigden echter gedreven wellicht door compassie met de koning, het lied hoopvol en optimistisch in A-majeur ofwel A grote terts. In plaats van de kleine terts (die in een mineurakkoord thuishoort) zongen ze een grote terts, wat van het mineur- een majeurakkoord maakt. Deze ‘opgehoogde’ terts noemt men de picardische terts. Helaas, het lied eindigt zwaar in mineur want aan het slot sluit de koning voorgoed zijn ogen.
 
Deze ‘vrolijke’ terts zong men al in de Renaissance, toen composities in mineur altijd in majeur werden afgesloten. Het deed de luisteraars anders pijn in de oren. Maar hoezo picardisch? Zeer waarschijnlijk naar Picardië, een streek in Frankrijk ten noorden van Normandië met Amiens als cultureel centrum.
 
Zelf deed Picardië me denken aan Arcadië. Het imaginaire en utopische landschap met herders en herderinnetjes, waar de liefde welig tiert. En laat nu onstilbare liefde het thema zijn van ons nieuwe concert op zaterdag 19 november. Noteer alvast de datum!
0 Comments

Babbelblog

10/1/2021

0 Comments

 
Dit blog wilde ik eigenlijk introduceren met diepzinnige gedachten over missen en soorten van gemis. Over verdriet, melancholie, heimwee en berusting. Met Martin Bril's uitspraak ‘Je mist meer dan je meemaakt. Helemaal niet erg.’ Maar ik schrijf gewoon waar het mij omgaat: ik mis het koor.
Twintig jaar uit vrije wil iedere maandag twee uur lang samen zingen, is zo vertrouwd dat ik nauwelijks kan benoemen wat ik precies mis. Een ding is zeker, het vanzelfsprekende gebabbel, vooraf, stiekempjes als een andere stemgroep oefent, tijdens de thee en bij het glaasje wijn na afloop, dat mis ik. ‘Naar de kapper geweest? Ken je dat lied? Nieuwe schoenen? Doet de notenboom het in Frankrijk ook zo goed? Lekkere vakantie gehad? Nog steeds verkouden?’
Een babbelblog als excuus voor de twee stukjes die ik samen met Fokko schreef, die helemaal niet over muziek gaan. Wellicht zijn ze een inspiratie voor nog zomaar wat voor-de-vuist-weg-gebabbel? Babbelen als smeerolie voor het koor.

Foto

Filmpje
In maart en april, toen de lockdown nog intelligent was en je nauwelijks de straat op durfde, veranderden we in huismussen. Eindelijk weer dagelijks de krant lezen, al je kleren in marie-kondo-rolletjes, buren voor je in de rij om boodschappen te doen, hart-onder-de-riem-videootjes doorsturen en als je dan nog tijd over had, je op je hobby storten.
Fokko, een van onze bassen, heeft een hobby, filmpjes maken. Hij vindt inspiratie in wat mooi en kunstig is, als het maar beweegt. En dan zit je thuis. Gelukkig was daar zijn lidcactus. Een oude plant, ooit gekregen ergens in het midden van de jaren zeventig, zomers op het balkon, 's winters in een koude kamer, onregelmatig water, zelden verpot, nooit een vriendelijk woord. Maar dan, als in het voorjaar de eerste knoppen verschijnen en even later de bloemen, dan krijgt hij aandacht, veel aandacht.
Fokko stuurde mij een filmpje op. Een timelaps waarin je de cactusbloem ziet opengaan en weer sluiten. Hier een link naar het filmpje: youtu.be/toRDnTizNAI. Ik dacht eerst dat het een truc was, zoals van die man die van de duikplank springt en in een vloeiende beweging vanuit het water er ook weer op. Want wie kijkt er nu goed naar een bloeiende lidcactus? Een bloem die opengaat en weer sluit om de volgende dag het ritueel te herhalen, had ik nog nooit met bewuste ogen gezien. Wel handig, je nectar en stuifmeel in de nacht afschermen tegen vleermuizen of ander nachtelijk gebroed en de volgende dag weer ter beschikking stellen aan kolibries die voor de bestuiving zorgen. ‘Handig’, zoiets mochten we vroeger zelfs niet denken als aankomende biologiestudenten. Alleen mensen zijn handig, aan planten of dieren mocht je zo’n eigenschap niet toekennen. Maar dat is weer een ander verhaal.

Foto

Eeuwige roem

Een beetje zoekwerk naar de botanische naam van de lidcactus levert onvermoede informatie en dat vind ik weer grappig.
De lidcactus heet Schlumbergera. Het is een eponiem, net als bijvoorbeeld Fuchsia, en dus een woord dat verwijst naar een persoon. In Fuchsia leeft de naam voort van Leonhart Fuchs, een Duitse botanicus uit de zestiende eeuw. Hoe zit dat nu bij Schlumbergera? In 1858 werd de lidcactus beschreven door Charles Antoine Lemaire (1800-1871). Een botanicus die in cactussen was gespecialiseerd, en leefde van zijn werk als uitgever van wetenschappelijke tijdschriften. De keuze voor Schlumbergera lichtte hij toe met deze lofrede: ‘Wij hebben deze prachtige soort opgedragen aan een vooraanstaand amateur wiens weloverwogen en interessante artikelen over cactusbloemen de lezers van het tijdschrift Revue horticole zeker niet zijn vergeten.’ Zo kun je de eeuwigheid wel in.
Lemaire doelde op Frédéric Schlumberger (1823-1893) die in de omgeving van Rouen in Noord-Frankrijk woonde in een kasteel met de indrukwekkende naam: Château de la Haye des Authieux met een enorme verzameling cactussen. Schlumberger was telg van een vooraanstaande Franse familie uit Rouen. Zijn vader kwam oorspronkelijk uit de Elzas, vandaar de Duitsklinkende achternaam. Hij was getrouwd met de dochter van een textielfabrikant van calico (een soort katoen oorspronkelijk uit Calcutta) en had daarmee een fortuin verworven. Na zijn dood werd de productie overgenomen door anderen waardoor zoon Frédéric zich zonder geldzorgen kon wijden aan het verzamelen van cactussen, op weg naar eeuwige roem. Charles Antoine Lemaire echter leidde een armoedig en bescheiden leven en stierf zonder dat er ook maar een plant naar hem werd genoemd.

[Liesbeth Jager]
0 Comments

Een, twee, in de maat...

16/10/2019

1 Comment

 

Foto
Componisten uit de Renaissance en vroege Barok schreven muziekstukken waarbij ze, wat wij nu de ‘maat’ noemen, varieerden om zo hun muziek te verlevendigen. Voor muzikanten en zangers uit die tijd was dat appeltje, eitje om uit te voeren. Later in de Barok stapte men hiervan af en componeerde men suites of sonates met verschillende delen, die ieder hun eigen maatsoort hadden.
 
Zo’n ‘maatwisseling’ kun je je simpelweg zo voorstellen. Een koor loopt keurig in de maat (een, twee, in de maat, anders wordt de meester kwaad …). Dan opeens krijgt iedereen een onbedwingbare lust om eventjes te huppelen (drie kleine kleutertjes, die zaten op een hek ...). De meester ondertussen, loopt keurig door in het oude tempo en even later heeft hij iedereen weer in het gareel: een, twee, in de maat.
 
Tijdens ons concert kun je zo’n maatwisseling horen in een psalm van Sweelinck (1562 - 1621). Hij is een van Nederlands beroemdste en belangrijkste componisten. In het Frans zingen we Psalm 121, ‘Ik sla mijn ogen op en kijk naar de hoge bergen’: Vers les monts j’ai levé mes yeux. Vrijwel de hele psalm zingen we in vieren. Alleen bij de tekst Le secours qu’il me faut, ‘de hulp die ik nodig heb’, springen we eventjes uit de band en zingen we huppelend verder, tot de meester ons weer in het gareel krijgt en we netjes verder gaan.
 
Psalm 121 zingen we ook in de versie van Daan Manneke, een Nederlandse componist die onlangs tachtig jaar werd. Hij laat zich graag inspireren door de muziek uit de Renaissance. In zijn lied wemelt het van de maatwisselingen. We zingen 2, 3, 4, 5, 7, 8, 9, 10 en zelfs 12 tellen of telletjes in de maat. En onze meester maar zwaaien om ons in het gareel te houden!
​
Kom kijken en luisteren naar ons concert Hier en daar op 26 januari 2020 om 14.30 uur in de Lutherse Kerk in Utrecht. Daar hoort u niet alleen componisten van hier, zoals Sweelinck en Manneke, maar ook van daar, zoals de Rus Sjostakovitsj en de Noren Nystedt en Gjeilo. 

[Liesbeth Jager]

1 Comment

Sterven en beminnen

28/11/2018

0 Comments

 
Foto
Struinend op het wereldwijde web vind je soms de meest intrigerende teksten. Zo stuitte ik op de website van een Italiaanse musicoloog die een concert van The King’s Singers in zijn woonplaats aankondigt. Ze zouden er madrigalen en chansons uit de Renaissance en Barok zingen. Behalve een ode aan de zangers, die hij I canti star (de sterzingers) noemt, schrijft hij ook over hun programma.
 
“Madrigalen gaan net als de gedichten van Petrarca meestal maar over één onderwerp: de liefde. De onbeantwoorde liefde, het afscheid van een geliefde, en liefde en dood.” Verbaast me niets, want alle drie staan ze garant voor veel drama, vooral liefhebben en sterven. Hoewel… “In deze tijd had het woord morire, sterven, een dubbelzinnige betekenis. Enerzijds stond het voor doodgaan, anderzijds voor het ultieme genot van de liefde. Geen wonder dat er in gedichten uit die tijd zo vaak en met zoveel lust werd gestorven.” Aldus onze musicoloog.
 
Di mille mort' il di sarei contento, zingt Sforzato tijdens het concert 'Of birds and bees'. Het is de slotregel van het bekende madrigaal Il bianco e dolce cigno van Jacob Arcadelt. ‘Als ik per dag duizend doden sterf, zou ik gelukkig zijn!’ Wie niet?

[Liesbeth Jager]
0 Comments

Boom

26/9/2018

0 Comments

 
Foto
Al die jaren dat ik op maandagavond naar het bovenzaaltje in de Nieuwe Kerk liep voor onze repetitie, ben ik zomaar aan je voorbijgelopen. Gehaast om op tijd te komen of met mijn hoofd bij een lastig lied dat we gingen oefenen. Misschien is het een excuus dat je het grootste deel van het jaar niet erg opvalt. En mogelijk kwam het door die uitzonderlijk mooie en warme zomer dat ik uiteindelijk niet om je heen kon.

Stomverbaasd was ik dus, de eerste repetitie na de zomervakantie, om zo’n schitterende kleine boom te zien vol met lampionachtige vruchten in grote trossen. Mooi belicht door de late avondzon en pal voor de kerk. Ik kende je niet en moest je determineren in mijn bomenboek. Koelreuteria paniculata, in het Nederlands de koelruit, blaasjesboom of lampionboom. Je bent rond 1750 vanuit Oost-Azië naar Europa gehaald door de Franse missionaris Pierre d'Incarville, die zaden stuurde naar Parijs en Sint-Petersburg. In de oranjerie van de Academietuin van Sint-Petersburg bloeide je voor het eerst na twintig jaar, in 1771. Vervolgens kreeg je de wetenschappelijke naam Koelreuteria, naar de Duitse botanicus Joseph Koelreuter. 

In de zomer, juist als we niét repeteren, bloei je met overdadige gele trossen en ben je een fantastische bijenplant. Bijen, bloemen, bomen… laten dat nu net de hoofdrolspelers zijn van ons komende concertprogramma!

[Liesbeth Jager]
0 Comments

Dynamiek

10/1/2018

0 Comments

 
Bij muziek en dus ook bij koorzang speelt onder andere dynamiek een rol – bij sommige stijlperiodes, zoals de romantiek waarin veel emoties en emotiewisselingen moeten worden uitgebeeld, wat meer en bij andere wat minder. Maar een koor kent nog een andere vorm van dynamiek, en daar wilde ik het over hebben: groepsdynamiek, dus het geheel van interactie tussen de koorleden.

Een kamerkoor van ruim twintig leden is net een klein dorp. Iedereen kent iedereen en je bent eigenlijk allemaal min of meer elkaars buren, en sommigen zijn ook vrienden. Twee jaar geleden kwam ik als tot nu toe “jongste” lid bij Sforzato en in die periode is er ook maar één koorlid vertrokken. Dat was bij mijn vorige koor wel anders, daar wisselde per jaar zo'n twintig procent van de leden. Enige doorloop is wel gezond, maar als die heel sterk is bouw je niets met elkaar op, ook niet in muzikaal opzicht.

Toen ik bij Sforzato begon voelde ik me meteen welkom. De onderlinge sfeer was en is zeer open. Het duurde een hele tijd voordat ik hoorde dat ongeveer de helft van de koorleden er al vele jaren, zo niet decennia bij zat en de andere helft niet. Maar wie bij welke groep hoorde, daar kon ik door observatie niet achter komen. Er zijn geen subgroepen die met zichzelf bezig zijn. En dat is niet op te vatten als onverschilligheid – de koorleden leven met elkaar mee, sommige zingen ook buiten het koor om met elkaar en als er besluiten moeten worden genomen zijn er ook duidelijke meningen en meningsverschillen. Net als in een dorp.

De dynamiek in de muziekstukken zou weleens wat meer mogen zijn, zeker als een koor Sforzato heet. Maar met de groepsdynamiek zit het wel goed. Meer dan goed.

[Herbert Kuner]
0 Comments

'Sforzato', wat is dat eigenlijk?

10/9/2015

1 Comment

 
Dertig jaar geleden, in 1985, richtte Co van Doesburg een koortje op voor de cursus koordirectie die hij volgde. Het bestond uit een groep vrienden die nog terecht kon in Co’s souterrain. Maar ja, de vrienden wilden graag een officieel koor worden en dat betekende een gang naar de notaris. Met het passeren van de statuten op 15 mei 1990 lag na flinke ‘kritiese diskussies’ de naam van het koor vast: Kamerkoor Sforzato.

Met de ‘sf’ aan het begin en de ‘z’ in het midden bekt Sforzato bepaald niet gemakkelijk. Bovendien, wat wil ‘sforzato’ eigenlijk zeggen? Het is een muziekterm, afgeleid van het Italiaanse sforzare, en betekent versterkt: een noot of akkoord moet plotseling versterkt of geaccentueerd worden. In een koorstuk krijgt het woord of de lettergreep waarboven het teken staat net even wat extra energie. Dit dynamische teken wordt aangegeven met sfz. Maar je vindt daarnaast ook de afkorting sf.

Om het nog ingewikkelder te maken bestaat er ook ‘sforzando’, letterlijk: versterkend. Sforzando wordt afgekort tot sf, maar ook hier zie je soms sfz. Bij sforzato gaat het om een moment van versterken, bij sforzando meer om het proces. Het is een heel subtiel verschil. Bovendien worden sforzato en sforzando ook nog eens door elkaar gebruikt. Kortom, zo eenvoudig is de naam Sforzato niet!

Of we als koor onze naam eer aandoen, kunt u komen beluisteren in ons lustrumconcert. Op het programma staat het Sanctus-Benedictus van Josep Vila. Vlak voor het afsluitende, jubelende ‘Osanna in excelsis’ staat een prachtig sfz. Alten, tenoren en bassen geven hier een extra impuls voordat het koor, heel zacht, aan de finale begint. Met een beetje geluk maken we het waar en hoort u Sforzato sforzato zingen.

[Liesbeth Jager]
Foto
1 Comment

Liefting componeert ons lustrum-selfie

8/7/2015

0 Comments

 
Een lied speciaal voor Sforzato geschreven, met - democratisch als we zijn - de inbreng van ieder koorlid, leek ons wel een passend cadeau voor onze dertigste verjaardag. Het leverde een bonte verzameling op van mooie sfeerbeelden, lievelingsgedichten en favoriete muziekstijlen. We vroegen Geerten Liefting (geboren 1983) er iets moois van te maken. Liefting componeert modern, maar zeker niet avant-gardistisch. Ook kerkmuziek heeft invloed op zijn stijl.

De keuze van het gedicht Wenn es nur einmal so ganz stille wäre van Rainer Maria Rilke was de eerste stap. In dit romantische, geheimzinnige gedicht verzucht de schrijver dat hij zou willen dat het eindelijk stil werd in en om zijn hoofd, zodat hij in één enkele gedachte heel dicht bij zijn geliefde kon komen en haar als dank kon schenken aan alles wat leeft. 

Liefting volgt in zijn compositie de tekst nauwgezet. Hij laat de stilte horen met een kort muzikaal motief in de baslijn, dat telkens wordt herhaald en heel dwingend de stilte afroept. De muzikale zinnen beginnen in een comfortabel akkoord, maar gaandeweg komen er dissonante akkoorden in: het geroezemoes en lawaai dat de stilte verstoort.

Het tweede couplet zet hij groots op. Het is de ontknoping waarop het eerste couplet aanstuurt: alleen als het stil is kan ik in mijn gedachten dicht bij je komen. In de onderstemmen komt aan het slot het stiltemotief weer terug, terwijl de sopranen een crescendo maken op het sleutelwoord: ‘Dank’.

Nieuwsgierig geworden? De wereldpremière is tijdens ons lustrumconcert op 4 oktober. Met de componist in de zaal!

[Liesbeth Jager]

0 Comments

Mannen met lef zingen tenor

17/6/2015

0 Comments

 
Foto
Een van de redenen waarom ik voor Sforzato ben gevallen is dat er zoveel mannen zijn. We mogen niet klagen: Sforzato heeft maar liefst zes bassen en drie tenoren. Of - met een bariton als wisselspeler – vijf bassen en vier tenoren. Er zijn koren die het met minder moeten doen. Met nog een tenor erbij is de bezetting van Sforzato helemaal perfect. Maar ja, hoe scoor je een tenor?

Onze wervingsactie op het wijkfeest in Wittevrouwen [foto] was ludiek, maar heeft vooralsnog geen nieuwe leden opgeleverd. We hadden een paar leuke gesprekken met buurtbewoners die zelf ook in een koor zongen, en ja, dat had een paar tenoren, maar daar waren ze erg zuinig op. Want tenoren zijn schaars. Ze kunnen zich bij opbod verkopen. De koorwereld klaagt er al jaren over: steeds minder mannen zingen, en als ze zingen, zingen ze liever bas. 

Over de achtergronden van deze trend wordt druk gespeculeerd. Het muziekonderwijs zou onvoldoende zijn, waardoor stemmen niet of te laat worden gevormd. Nederlandse mannen zouden vaker een lage stem hebben omdat ze steeds langer worden. Zingen – emotie! – zou niet stroken met onze calvinistische volksaard. Het zou niet macho zijn. Dus als er dan per se gezongen moest worden, dan in godsnaam in een mannenkoor, als kerels onder elkaar.

Mannen, jullie weten niet wat jullie missen. Tenorpartijen zijn prachtig. Lyrisch en melodieus. Ze werken rechtstreeks op het gemoed. Bovendien is de tenorpartij in menig partituur de meest uitdagende. Je hebt er lef voor nodig. De tenor zingt er graag dwars doorheen. Vrij en eigenzinnig. Op het rebelse af. 

Noem dat maar niet-macho.

[Irene van Hooren]

0 Comments

Nieuwe site

10/10/2012

0 Comments

 
De nieuwe site is live!!
0 Comments

    Reageren?

    Laat een reactie achter of stuur een mail naar info@kamerkoor-sforzato.nl.

    De blogs worden geschreven door koorleden.

Powered by Create your own unique website with customizable templates.